Sekszaak rond Conor McGregor escaleert - nu ook verdenking van extra zwaar feit
Conor McGregor de Ierse topvechter en UFC-ster blijft verwikkeld in juridische problemen. Zijn hoger beroep in de zaak rond een vermeende aanranding op Nikita Hand in 2018 in een hotel in Dublin nam deze week een onverwachte wending.
Tijdens de zitting op dinsdag trok McGregors juridische team plotseling een belangrijk bewijsstuk in. Dit bewijs bestond uit beëdigde verklaringen van de buren Samantha O'Reilly en Steven Cummins. Zij beweerden dat ze Hand eerder die dag zagen vechten met haar partner.
Volgens de advocaten van McGregor moest dit aantonen dat de blauwe plekken op Hand niet door McGregor waren veroorzaakt. Hand ontkende echter dat er ooit zo’n gevecht had plaatsgevonden.
De advocaat van Hand, John Gordon, eiste na de intrekking van het bewijs een publieke verontschuldiging. Hij vond dat zijn cliënte onterecht in twijfel was getrokken.
McGregors advocaat, Mark Mullholand, zei dat ze het bewijs terugtrokken omdat er geen verdere onderbouwing voor was. Dit zorgde voor verbazing bij de drie rechters die de zaak behandelen.
Mogelijke meineed in het spel na ingetrokken bewijs
De zaak kreeg dinsdag nog een andere wending. De advocaten van Hand vroegen het hof om de documenten over het ingetrokken bewijs door te sturen naar het Openbaar Ministerie.
Daarmee kan mogelijk een onderzoek naar meineed volgen. De juridische regels eisen dat McGregor en zijn team konden aantonen dat het bewijs al bestond tijdens het oorspronkelijke proces, maar dat ze er toen geen toegang tot hadden.
Dit ingetrokken bewijs was echter slechts één van de drie punten waarop McGregors hoger beroep gebaseerd is.
De andere pijlers van het hoger beroep van Conor McGregor en James Lawrence
De eerste andere pijler van het hoger beroep draait om een formulering in de documenten aan het eind van het oorspronkelijke proces. Daar werd de jury gevraagd of McGregor Hand had ‘aangevallen’, in plaats van ‘aangerand’.
Hoewel Hand's advocaten deze fout niet betwisten, stelden ze dat de jury goed wist waar de zaak over ging. Ze benadrukten ook dat McGregors team zelf akkoord was gegaan met deze formulering.
Het tweede punt van het hoger beroep draait om de manier waarop de rechtbank omging met McGregors zwijgen tijdens zijn eerste verhoor. Zijn advocaten vinden dat de jury onvoldoende uitleg kreeg dat zwijgen geen bewijs van schuld is. De advocaten van Hand zijn het hier niet mee eens.
Niet alleen McGregor ging in beroep. Ook James Lawrence, die mede terechtstond in deze zaak, tekende bezwaar aan.
Lawrence werd vrijgesproken van het seksueel aanvallen van Hand op dezelfde avond als McGregor. Toch vocht hij de beslissing aan dat hij geen vergoeding van zijn proceskosten kreeg.
Lawrence stelde dat de rechtbank onterecht aannam dat hij samen met McGregor een plan had bedacht om beiden vrij te pleiten. De advocaat van Hand, Ray Boland, wees er echter op dat McGregor had toegegeven dat hij de kosten van Lawrence had betaald.
Hij stelde ook dat McGregor en Lawrence lange tijd hetzelfde juridische team hadden. Pas halverwege het proces kregen ze aparte advocaten, wat volgens hem bedoeld was om afstand te creëren.
De hoorzitting eindigde woensdag. Wanneer het hof met een uitspraak komt, is nog onduidelijk.
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties