Deze Nederlandse kickbokser sloeg Thais knock-out in hun eigen sport
Ramon Dekkers was geen gewone vechter. Hij was een fenomeen. Terwijl de meeste westerse kickboksers moeite hadden in Thailand, deed Dekkers daar iets wat bijna niemand durfde: hij domineerde.
Met keiharde combinaties, non-stop druk en een hoofdbeweging die in Muay Thai zeldzaam was, sloeg hij zich een weg naar meerdere titels. Zijn stijl? Alles behalve standaard. Mensen noemden hem niet voor niets de “Mike Tyson van het kickboksen”. Alleen… Tyson gooide geen roundhouse kicks erachteraan.
Lees ook
Deze Nederlander slaat iedereen tegen de grond - en jij kent hem niet?
'Wie laat dit toe?' – UFC zet kampioen tegenover wandelend blok doping beton!
Dekkers kwam altijd naar voren. Hij drukte zijn tegenstander in de hoek en sloeg daar keihard toe. Vaak begon het met hoofdbeweging om onder het dekking vandaan te komen. Dan zette hij zijn hele gewicht in de aanval. Dat leverde hoeken op die dwars door elke verdediging gingen.
Zijn slimme hoofdbeweging bracht hem dichterbij én zette zijn aanvallen klaar
Wat Dekkers bijzonder maakte, was dat hij in Muay Thai werkte met bokstechnieken die daar niet standaard zijn. Hij gleed langs de lange armen van zijn tegenstanders, dook onder clinchpogingen en sloeg dan keihard terug.
Hij gebruikte zijn hoofdbeweging niet alleen om te ontwijken, maar ook om kracht op te bouwen in zijn slagen. Door een simpele hoek of slip kon hij zichzelf perfect positioneren voor een linkse hoek of leverstoot.
Zijn tegenstanders waren er vaak niet op voorbereid. Als hij eenmaal binnendoor kwam, bleef hij komen. Eén rake klap werd er al snel twee. Of drie. Of vier.
Dekkers viel aan met precisie, snelheid en vooral veel lef
Wanneer hij zijn tegenstander in de touwen had, nam hij een lage, brede houding aan. Dat gaf hem balans én kracht. Vanuit daar wisselde hij razendsnel af tussen lichaam en hoofd. Soms tikte hij expres zacht om de ander te laten reageren. Dan kwam de echte klap daarna.
Zijn tegenstanders wisten nooit waar de volgende aanval vandaan zou komen. Liepen ze weg voor zijn hoeken, dan liepen ze recht zijn roundhouse kicks in. Zo simpel was het.
Dekkers gebruikte niet alleen kracht, maar ook timing en trucs
Zijn kickboksarsenaal zat vol verrassingen. Hij gebruikte teeps (voorwaartse trappen) om afstand te controleren of juist om plots dichterbij te komen. Hij deed alsof hij zou trappen, maar sloeg dan ineens. Of hij deed net alsof hij een cross zou gooien, waardoor zijn haak extra hard binnenkwam.
Dekkers was slim. Hij speelde met het hoofd van zijn tegenstander. Eén valse beweging van hem was al genoeg om de ander uit balans te brengen. En dat was precies wat hij wilde.
Zijn verdediging was geen muur, maar een dans
Veel vechters zetten hun handen omhoog en hopen dat ze niks voelen. Dekkers deed dat anders. Hij bewoog mee. Hij liet klappen langs zijn ellebogen glijden, draaide zijn lichaam mee, ving trappen met twee armen tegelijk.
Zijn verdediging was niet passief. Het werkte als een systeem. Hij gebruikte zijn cover als startpunt voor de volgende aanval. Soms nam hij een klap om daarna dubbel terug te slaan. Slim en dapper tegelijk.
Zijn kicks waren meedogenloos en sloegen letterlijk benen onder het lijf vandaan
En dan zijn befaamde low kicks. Die kwamen niet zomaar. Hij zette eerst zijn voet goed neer, draaide zijn heup in en BAM — vol op het bovenbeen. Tegenstanders konden vaak niet eens meer staan na een paar van die trappen.
Dekkers hoefde niet eens altijd te maskeren wat hij ging doen. Soms was het gewoon: “Ik ga nu jouw been breken.” En dan deed hij dat ook.
Hij trapte harder dan wie dan ook. En omdat hij wist wanneer en hoe hij het moest doen, kwam hij er bijna altijd doorheen.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties