Remy Bonjasky heeft stevige twijfels over kickbokser Thian de Vries - Dit zegt hij!

Thian de Vries staat volop in de spotlights. In dertig dagen vocht hij twee titelpartijen. Beide won hij. En dat tegen serieuze tegenstanders als Max Wekers en Jassin Guren. Toch is niet iedereen er van overtuigd dat De Vries al tot de absolute top behoort, waaronder kickbokslegende Remy Bonjasky.

Wat opvalt: De Vries ging geblesseerd de ring in en staat over vier weken wéér gepland. Alsof het niets is.

In een interview met ChampsTalk liet hij zich horen. Geen voorzichtige woorden. Nee, hij zei: Michael Boapah gaat neer. Mory Komah gaat slapen. Duidelijke taal van een vechter die 30-0 staat.

De kritiek: is hij écht klaar voor de top?

Remy Bonjasky en Marinho Gordon reageerden open in hun Podcast op de bank. Ze vinden Thian goed. Licht op de voeten, scherpe combinaties, technisch sterk. Maar klaar om de absolute top te slopen? Daar twijfelen ze aan.

Hij moet het opnemen tegen vechters als Boapah, Kromah, Cem Caceres of Donegi Abena. Dat is andere koek, volgens Bonjaksy en Gordon.

Er wordt gezegd: "Bij Glory staat een ander niveau. Daar kan je niet zomaar op komen dagen." De vergelijking met Regian Eersel (ONE Championship kampioen. red.), wordt gemaakt: als hij komt, rent iedereen weg. Dat gevoel is er nog niet bij Thian.

Thian blijft buiten Glory en kiest voor ritme

Thian vecht liever vaak. Vier, vijf, soms tien keer per jaar. Dat is zijn keuze. Hij zegt zelf: “Ik ben geen vechter die maar twee keer per jaar wil draaien.”

Glory houdt zijn vechters strak vast. Twee partijen per jaar is daar normaal. Maar dan verlies je ritme. En dat wil Thian niet.

Hij verdient met tien partijen per jaar misschien wel meer dan iemand bij Glory die twee keer voor een hoger bedrag vecht. Bovendien blijven zijn wedstrijden vaak kort: één of twee rondes. Dat spaart zijn lichaam.

De twijfel: is Thian al écht getest?

Veel fans zien Thian als een nieuwe ster. Maar anderen willen hem zien tegen mannen die terugvechten. Echte slopers. Niet jongens die na één trap neergaan.

Zijn laatste gevechten zagen er goed uit. Technisch, snel, overtuigend. "Maar hoe houdt hij zich als het moeilijk wordt? Als hij klappen krijgt? Als het wél naar ronde drie gaat?", vragen Bonjasky en Gordon zich af.