Rajabzadeh over Glory 100: 'Ik laat mijn vuisten praten en tegenstander huilen'

Zaterdag 14 juni wordt Ahoy Rotterdam het strijdtoneel van GLORY 100. En er is één man die het niet overleeft als hij zijn tegenstanders spaart: Bahram Rajabzadeh.

De Azerbeidzjaanse vechter staat in de halve finale van het zwaargewichtstoernooi tegenover Asdren Gashi. Maar Bahram denkt maar aan één ding: alles winnen. Geen compromissen. Geen punten. Alleen knock-outs.

“Ik ben niet hier om vrienden te maken,” zegt Rajabzadeh. “Ik kom om hoofden op het canvas te leggen. Punt.”

Bahram Rajabzadeh is klaar voor oorlog tegen Asdren Gashi

Met een indrukwekkend record van 71 overwinningen, waarvan 63 op knock-out, is Bahram een nachtmerrie voor iedereen in het toernooi. Zijn stijl? Hard, snel, en zonder genade.

“Als ik hem voel twijfelen, is het klaar,” zegt hij over Gashi. “Eén fout. Meer heb ik niet nodig.”

Hij is niet iemand die meegaat in het tempo van zijn tegenstander. Hij bepaalt het tempo. En als Gashi ook maar even hapert, weet iedereen hoe dat eindigt.

Bahram wil respect afdwingen en doorstoten naar de finale

Toch draait het voor Rajabzadeh niet alleen om winnen. Hij wil ook eindelijk de erkenning die bij zijn prestaties hoort. Veel fans kennen zijn naam nog niet. Maar dat zal na GLORY 100 veranderen, als het aan hem ligt.

“Ik ben te lang genegeerd,” zegt Bahram. “Ik heb te veel mensen neergeslagen om geen kans te krijgen op de grote titels.”

Als hij van Gashi wint, staat hij later op de avond in de finale. En als hij die ook pakt, kan een gevecht tegen een zwaargewicht als Osaro, Ben Saddik of zelfs Rico Verhoeven in zicht komen.

Bahram Rajabzadeh wil geen saaie pot, maar chaos en knock-outs

Het publiek hoeft zich geen zorgen te maken over een saaie pot. Rajabzadeh is geen vechter die afwacht of op punten speelt. Hij komt vooruit. Vol gas. En met maar één doel: slopen.

“Ik wil niet dat mensen gaan plassen tijdens mijn gevecht. Ik wil dat ze rechtop staan. En schreeuwen.”

Zijn grootste wapen is zijn kracht, maar ook zijn koele hoofd. Hij laat zich niet gek maken. Hij doet zijn ding. En dat is meestal genoeg om een tegenstander te breken.