Andrew Tate verslaat 60 man, maar bewijst dat hij eigenlijk bang is Columns
Columns

Andrew Tate verslaat 60 man, maar bewijst dat hij eigenlijk bang is

Andrew Tate verslaat 60 man, maar bewijst dat hij eigenlijk bang is

Afgelopen weekend stond voormalig kickbokser Andrew Tate weer eens vol in de schijnwerpers. In Dubai vocht hij, naar eigen zeggen, tegen zestig verschillende mannen. Eén voor één. Drie minuten per persoon. En niemand kon hem stoppen, aldus Tate zelf.

De beelden gingen snel rond. Je ziet Tate zweten, slaan en doorgaan. Tegenstanders vielen als dominostenen om. Maar hoe indrukwekkend is het als je vecht tegen mensen die amper weten hoe ze moeten staan?

Het lijkt meer op een toneelstuk dan op een echt gevecht. Een man met jarenlange vechtervaring tegenover een rij ongetrainde vrijwilligers. Is dat dominantie? Of is het gewoon een slimme manier om stoer te doen?

Is dit het beeld van een ‘echte man’?

Tate zet zichzelf neer als de ultieme alfa man. Hard, onverslaanbaar, zonder twijfel of zwakte. En veel jonge mannen slikken dat beeld zonder vragen. Ze zien hem als rolmodel. Maar als je dat beeld goed bekijkt, zit het vol gaten.

Sterk zijn betekent niet dat je anderen moet vernederen. Echt leiderschap zit niet in wie je kunt slaan, maar in hoe je met anderen omgaat. Hoe je verantwoordelijkheid neemt. Hoe je mensen sterker maakt, niet kleiner.

Tate laat vooral zien dat hij bovenaan wil staan. Altijd. Zelfs als dat betekent dat hij moet vechten tegen mensen die geen schijn van kans maken. Dat is geen kracht. Dat is controlezucht.

Wat zegt dit over onze mannencultuur?

Het succes van Tate laat iets zien over hoe we naar mannelijkheid kijken. Veel jongens voelen zich zoekend. Ze willen stevig staan. Zelfvertrouwen hebben. En in plaats van dat ze voorbeelden krijgen van rustige kracht of emotionele veerkracht, krijgen ze dit: brute kracht, geschreeuw en eindeloze spierballentaal.

Natuurlijk is er niks mis met vechten als sport. Of met jezelf uitdagen. Maar het wordt een probleem als dat gepresenteerd wordt als de enige manier om ‘man’ te zijn. Zeker als het ten koste gaat van anderen.

Tate vult een leegte. Maar hij vult die met rook en spiegels. Geen inhoud, alleen spierkracht. En dat raakt niet alleen zijn volgers, maar een hele generatie die zoekt naar betekenis en richting.

Tijd voor andere voorbeelden

Wat we nodig hebben, zijn andere verhalen. Over mannen die luisteren, twijfelen en groeien. Mannen die lef tonen zonder dat ze iemand hoeven te vernederen. Mannen die leren in plaats van alleen maar uitdelen.

Andrew Tate is luid. Maar wat hij roept is vaak hol. En als we daar niet kritisch naar kijken, laten we ons leiden door een façade. Dan denken we dat een man iemand is die zestig anderen neerslaat. Terwijl echte kracht misschien wel ligt in het overeind helpen van die zestig.

5 claps
5 bezoekers

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws