Veel mensen zien Tai Chi als een rustige oefening voor ouderen in het park. Maar Dr. Mark Cheng een wereldberoemde Tai Chi-expert laat iets anders zien. Tai Chi is een traditionele Chinese vechtkunst die oorspronkelijk bedoeld was voor zelfverdediging.
Het draait niet alleen om mindfulness en gezondheid. Maar ook om effectieve en harde technieken.
Tai Chi bevat bewegingen die in gevechten kunnen worden gebruikt. Dr. Cheng demonstreert hoe technieken zoals armklemmen, nekbreuken en snelle tegenaanvallen verborgen zitten in de zachte bewegingen.
Een simpele armzwaai blijkt een gecontroleerde worp of een krachtige stoot te kunnen zijn. Tai Chi-meesters trainden ooit als lijfwachten en paleiswachters. Hun technieken waren bedoeld om snel en efficiënt een tegenstander uit te schakelen.
Naast gevechtstechnieken biedt Tai Chi veel voordelen voor het lichaam. De langzame bewegingen verbeteren balans, coördinatie en houding. Dit helpt niet alleen bij vechten, maar versterkt ook gewrichten en spieren zonder overbelasting.
Daarnaast heeft het een positief effect op mentale gezondheid en helpt het tegen angst en stress. De kunst van het beheersen van bewegingen en ademhaling helpt om controle over het lichaam én de geest te krijgen.
Veel mensen denken dat traag bewegen in Tai Chi nutteloos is voor vechten. Maar volgens Dr. Cheng is langzaam trainen juist cruciaal. Het helpt om techniek te perfectioneren en fouten te corrigeren.
In vechtsporten zoals boksen en MMA gebruiken vechters ook langzame herhalingen om hun bewegingen te verfijnen. In Tai Chi geldt hetzelfde principe: traag trainen maakt snelle en efficiënte reacties mogelijk in een echt gevecht.
Lees het artikel op de mobiele website