Helmondse ringarts: ‘boksen vermindert agressie op straat’

Voor veel mensen is boksen een edele sport, voor andere gewwon een van de vechtsport. Echter voor ringarts Ger Bouten uit Helmond is er minder agressie op straat als meer mensen zouden gaan boksen.

In een interview met het AD verteld de arts die al meer dan veertig jaar aan de boksring staat, hoe hij tot deze conclusie komt. Ten eerste vindt Bouten dat mensen het boksen totaal verkeerd beoordelen.

Hij zegt hier over tegen het AD; “Alles is strak gereglementeerd. Als een voetballer of wielrenner neergaat, mag die gewoon door.” Dit ter vergelijk met een knock-out of TKO bij het boksen.

Geen supporters geweld

Bij het boksen gebeurt er nagenoeg ook niets in het publiek zoals vechtpartijen bij het voetbal. Dat is toch mooi, dat respect? Moet je eens bij het voetballen gaan kijken. Oerwoudgeluiden? Dat hoor je bij het boksen nooit. En ik heb in veertig jaar veel ringen gezien, maar de eerste vechtpartij daarbuiten moet ik nog zien.” Vervolgt hij.

En die uit de hand gelopen boksgala’s in Hoorn, Rotterdam en Zijtaart dan? Daar werd zelfs iemand doodgeschoten. “Ja ho, dat waren kickboksgala’s. Al wil ik die twee sporten niet tegen elkaar uitspelen.”

Buitenlanders

“Als meer mensen aan boksen zouden doen, hadden we minder agressie op straat. Toen de overheid in de jaren negentig zich begon te realiseren dat integratie van allochtonen noodzakelijk was, was dit binnen de bokssport al lang gemeengoed. Allochtonen werden daar volledig geaccepteerd.” Vervolgt Bouten.

Lees het volledige interview door hier te klikken