Vanaf het moment dat Alex Pereira de ring instapte, was het duidelijk dat hij geen gewone vechter was. In zijn eerste partijen liet hij al zien hoe gevaarlijk zijn lage trappen waren. Hij combineerde die met harde stoten en slimme combinaties.
Tegen Dustin Jobe maakte hij meteen indruk. Een harde trap, een paar snelle stoten en het was voorbij. Pereira had zijn eerste knockout binnen.
Pereira groeide uit tot wereldkampioen. In de grote gevechten liet hij zien dat zijn linkse hoek een van de gevaarlijkste wapens in kickboksen en MMA is.
Tegen Israel Adesanya, een van de beste middengewichten ooit, hield Pereira zijn hoofd koel. Hij ving Adesanya op met die bekende linkse hoek. Dat was genoeg om de wedstrijd te laten kantelen.
In meerdere gevechten zag je hetzelfde patroon. Pereira drijft zijn tegenstander naar de hoek. Daar komt die linkse hoek, gevolgd door een knie. Vaak is dat het begin van het einde.
Bij zijn gevecht tegen Jason Wilnis gebeurde precies dat. Wilnis ging neer na een hoge trap, stond op, en kreeg direct een vliegende knie op zijn kin.
Sommige tegenstanders dachten dat Pereira alleen kon boksen. Die vergissing betaalden ze duur. Hij trapte, kniede en stootte met dezelfde dodelijke precisie.
Zelfs als hij onder druk stond, bleef hij kalm. Tegen Belgar sloeg hij een enorme snee boven zijn oog. De dokter gaf hem groen licht, maar Pereira maakte het direct af met een linkse hoek.
Of het nu in MMA is of in kickboksen, Pereira blijft vechters slopen. Zijn lage trappen breken benen. Zijn knieën breken ribben. En die linkse hoek? Die sloopt carrières.
Daarom is Alex Pereira geen gewone kampioen. Hij is een knockout-machine die elke keer bewijst dat hij tot de meest gevreesde vechters ter wereld hoort.
Lees het artikel op de mobiele website