Vechtsport draaide ooit om lef. Om mensen die alles durfden te riskeren. Geen dikke investeerders, geen plannetjes van marketingafdelingen. Gewoon gasten die tegen de stroom in zwommen en iets groots wilden neerzetten.
Die zijn weg. Nu zitten er mensen in dure pakken, die meer geven om merknamen dan om knokpartijen.
Vroeger droomden vechters ervan om herinnerd te worden. Nu willen ze vooral veilig zijn. Contracten dichttimmeren. Zoveel mogelijk verdienen met zo min mogelijk risico. Niemand wil nog legendarisch worden. Iedereen wil gewoon overleven.
De fusie van UFC en WWE in TKO werd verkocht als iets groots. Een slimme stap vooruit. In werkelijkheid was het vooral: alles onder één dak krijgen. Concurrentie uitschakelen. De markt beheersen.
Talent vastleggen voordat iemand anders erbij kan. Het ging niet om de sport. Het ging om controle.
Als niemand de gevestigde orde uitdaagt, krijg je voorspelbaarheid. Geen gekke gevechten meer. Geen onverwachte sterren. Alleen veilige keuzes, gemaakt door mensen die nooit zelf in de ring hebben gestaan. En ja, het publiek went eraan. Maar het vuur is weg.
ONE werd gepresenteerd als de Aziatische tegenhanger van UFC. Mooie praatjes over respect en discipline. Maar in de praktijk liep het mis. De Amerikaanse droom spatte uiteen. Evenementen werden stilletjes geschrapt. Achter de schermen vielen ontslagen. Meer dan 90 miljoen dollar verlies in één jaar.
Topvechters zitten vast. Ze tekenen contracten maar vechten niet. De kalender is leeg, de rek is eruit. In Azië staan ze er nog wel, maar wereldwijd is het vooral damage control. Veel woorden, weinig daden.
De PFL leek even iets nieuws te brengen. Toernooien, strakke productie, grote plannen. Maar onder de motorkap was het chaos. Het geld spoot eruit. De vechters bleven weg. Het begon meer op luchtkastelen te lijken dan op een serieuze league.
Tot nu. John Martin komt binnen. Geen praatjesmaker, geen tijdelijke tussenbaas. Een man met ervaring. Hij hielp de UFC ooit met hun tv-deal en weet hoe je sport echt groot maakt. Hij komt precies op tijd: het mediacontract van PFL moet opnieuw worden onderhandeld. Als er nog hoop is voor de organisatie, dan zit die in hem.
Dave Feldman startte BKFC in 2018. Iedereen lachte. Te rauw. Te gewelddadig. Te riskant. Maar kijk waar ze nu staan. Ze vechten in de VS, het VK, Thailand. Grote namen stappen over. En Conor McGregor? Die werd mede-eigenaar. Geen stunt. Echt eigendom.
Nu gaan ze nog verder. Feldman lanceerde een toernooi van 25 miljoen dollar. Hij praat over Fedor. Hij geeft kampioenen aandelen in de organisatie. Alles wordt groter, sneller, spannender. Ja, het is risky. De onderkaart is soms rommelig, en de kosten rijzen de pan uit. Maar Feldman gooit alles in de strijd. En soms werkt dat gewoon.
GLORY stond ooit voor harde klappen, grote namen en dikke shows. Maar nu lijkt de boekhouding het laatste woord te hebben. Alles moet financieel kloppen. Evenementen worden samengevoegd. Vechters wachten maanden op een kans. En er wordt ingezet vooral op de zwaargewicht klasse.
De energie die GLORY ooit groot maakte, lijkt weg. Rico Verhoeven bevindt zich in zijn nadagen. Het draait niet meer om sport, maar om spreadsheets, aldus insiders. Fans merken het. Vechters voelen het. En de sport? Die dreigt stil te komen te staan?
Dana White doet nog steeds alsof hij de touwtjes in handen heeft bij UFC. Maar het echte stuur zit bij Hunter Campbell. Geen showman. Gewoon iemand die alles netjes laat draaien. Bellator? Die hield zich altijd stilletjes overeind. Nooit verrassend, nooit dapper.
Global Fight League had grote plannen: vechtersdrafts, pensioen, zorgverzekering. Maar het feest ging niet door. De investeerder trok zich terug. Alles viel stil. Niemand wist nog wat er gaande was. Zelfs de vechters niet.
Vroeger begonnen promotors met niks. Geen steun. Geen geld. Alleen een idee en veel lef. Nu beschermen ze vooral wat ze al hebben. Niemand wil risico’s. Niemand wil verliezen. Iedereen wil controle.
Maar sport groeit niet in controle. Sport groeit in chaos. In durven. In fouten maken en dan toch doorgaan.
Alles ziet er netjes uit. Mooie graphics. Goed geluid. Strakke aankondigingen. Maar wat je voelt? Niks. Geen spanning. Geen gevechten met echte inzet. Geen momenten die je kippenvel geven. Het is veilig. En saai.
Misschien is John Martin de man die PFL weer leven inblaast. Misschien durft hij dingen te slopen om iets nieuws te bouwen. Misschien niet. Maar als hij het niet doet? Dan doet niemand het. En dan is de sport straks écht kapot.
We zijn niet onderweg naar het einde. We zitten er al middenin. We wachten alleen nog op het moment dat iedereen het doorheeft.
Lees het artikel op de mobiele website