Austin Trout was ooit wereldkampioen boksen. Nu is hij een van de sterren van het ruige Bare Knuckle Fighting Championship. In plaats van afbouwen, begint hij gewoon opnieuw. Zónder handschoenen. Het blote vuist boksen wordt steeds populairder en Nederlanders als Jelle Zeegers en Fred Sikking staan er ook in de ring. De sport lijkt voor veel vechtsporters de volgende stap na boksen, kickboksen en MMA.
Ooit deelde hij de ring met Canelo Alvarez en Miguel Cotto. Nu stapt Austin Trout, zonder handschoenen, in een houten ring om te knokken in BKFC. Welke mede eigendom is van UFC kampioen Conor McGregor. Dat is even wennen, ook voor een doorgewinterde bokser. “Ik dacht dat het makkelijker zou zijn,” zegt Trout, “maar ik moest mijn stijl echt aanpassen.”
Zijn ervaring in boksen helpt. “Mijn voetenwerk is mijn verdediging. Ik zet valstrikken, beweeg in en uit het bereik, en raak je terwijl jij aanvalt,” zegt Trout. “Dat is hoe je iemand raakt zonder dat hij het ziet aankomen.”
In 2023 maakte hij indruk door UFC-legende Diego Sanchez in diens eigen stad hard te stoppen. Sindsdien is Trout een van de meest gerespecteerde vechters binnen BKFC. Analisten noemen hem zelfs een pionier: iemand die bewijst dat het bruutste vechtsportformat ook plaats heeft voor slimme tactiek.
Vechtsportanalist en oud-promotor Nelson Lopez zag dat al vroeg. Hij haalde Trout binnen, samen met BKFC-oprichter David Feldman. En ze hebben een plan: gevestigde boksers overtuigen dat dit meer is dan alleen knokken op straatniveau.
Dat plan lijkt te werken. Conor McGregor is al investeerder. Tyson Fury heeft familiebanden met bare-knuckle boksen. En Anthony Joshua zei in een interview: “Mijn favoriete sport is boksen. Maar nummer twee is bare-knuckle.”
Feldman gelooft dat het geen toeval is. “Dit is geen gekke droom meer. Steeds meer topvechters zien dat BKFC serieus is.”
Toch moest Trout eerst iets anders overtuigen: zijn familie. “Mijn moeder wilde dat ik stopte,” zegt hij. “Maar ik zei: ‘Gek dat je dat zegt, ik begin net opnieuw.’” Gelukkig komt hij meestal zonder schade uit het gevecht. “Als mijn gezicht eruitziet als een boksbal, zie je me niet meer terug,” grapt hij.
Toch lijkt hij voorlopig niet weg te denken. “Het voelt alsof ik opnieuw prof ben geworden. En dat heeft me opnieuw verliefd gemaakt op de vechtsport.”
Lees het artikel op de mobiele website