Conor McGregor heeft officieel beroep aangetekend tegen het vonnis in een civiele rechtszaak. Daarin werd hij schuldig bevonden aan een vermeende aanranding uit 2018.
De Ierse vechtsporter vecht het oordeel aan. Dit nadat de jury hem aansprakelijk stelde en hem opdroeg een schadevergoeding van €248.603,60 te betalen.
Afgelopen vrijdag diende McGregor officieel zijn beroep in bij de rechtbank. De zaak draait om een beschuldiging van Nikita Hand, die McGregor ervan beschuldigt haar te hebben aangerand in een hotel in Dublin, Ierland.
McGregor ontkent de aantijgingen en heeft zijn onschuld herhaaldelijk benadrukt. Kort na het proces beloofde hij al in beroep te gaan en nu heeft hij die belofte waargemaakt.
McGregor liet in november via sociale media van zich horen: "Mensen willen van me horen, ik had tijd nodig. Ik weet dat ik fouten heb gemaakt. Zes jaar geleden had ik nooit moeten reageren op haar berichten", zei McGregor.
"Ik had het feest moeten stoppen. Ik had nooit de vrouw die ik het meest liefheb moeten bedriegen. Dat is volledig mijn fout."
Het beroep van McGregor kan maanden of zelfs jaren in beslag nemen, afhankelijk van hoe de rechtbank met de zaak omgaat. De impact op zijn carrière blijft onzeker.
Terwijl hij zich voorbereidt op een langverwachte terugkeer in de UFC, kan deze juridische strijd zijn plannen verstoren. Of de rechter het vonnis heroverweegt, zal in de komende maanden duidelijk worden.
Lees het artikel op de mobiele website