Volgens Chael Sonnen zijn Khabib Nurmagomedov en Georges St-Pierre niet gestopt vanwege emotionele of medische redenen, maar omdat ze kapotgingen aan de brute weight cuts.
In een recente video vertelt Sonnen dat beide vechters langer waren doorgegaan als ze niet keer op keer zoveel gewicht hadden hoeven verliezen. “Als je Khabib gewoon op 170 had laten vechten, was hij gewoon doorgegaan. Net als Georges,” zegt Sonnen. “Ze wilden echt wel, maar hun lichamen konden het niet meer aan.”
Khabib stopte in 2020 nadat hij Justin Gaethje versloeg en een belofte aan zijn moeder inloste. St-Pierre verraste de sport in 2013 toen hij stopte op zijn hoogtepunt na een overwinning op Johny Hendricks. Volgens Sonnen zat er meer achter.
Weight cutting is al jaren een heet onderwerp binnen de UFC en MMA in het algemeen. Vechters persen zichzelf in lagere gewichtsklassen om fysiek voordeel te krijgen, maar riskeren daarmee hun gezondheid. De methodes zijn vaak extreem: baden, vasten, pillen, overgeven, zweten tot je bijna instort.
Joe Rogan noemde het eerder “gelegaliseerd valsspelen” en pleit al jaren voor meer gewichtsklassen, zodat vechters dichter bij hun natuurlijke gewicht kunnen blijven. “De meeste gasten die vroeg stoppen, doen dat omdat ze zichzelf slopen voor de weegschaal,” zei Sonnen. “Ze zijn topfit, tot dat ene moment van wegen.”
Sonnen denkt dat als de UFC soepeler was geweest in gewichtsregels, de fans Khabib en GSP nog steeds hadden kunnen zien vechten.
Stel je voor: Khabib op 170 pond, geen weight cut, geen stress, alleen focus op vechten. Sonnen is ervan overtuigd dat dat het verschil had gemaakt. “Hij had 30-0 gehaald. Echt waar,” zegt hij.
Bij Georges St-Pierre was het beeld hetzelfde. In 2017 maakte hij kort een comeback en versloeg Michael Bisping om kampioen te worden in het middengewicht. Maar kort daarna werd bij hem colitis vastgesteld, een darmaandoening. Toch denkt Sonnen dat het constant switchen van gewichtsklasse zwaarder was dan iedereen beseft.
Voor Sonnen is het duidelijk: dit soort pensioenbesluiten gaan niet altijd om emotie of blessures, maar vaak gewoon om de slijtageslag vóór de gevechten zelf.
Lees het artikel op de mobiele website