Khamzat Chimaev liet gisteren in Chicago zien waarom veel fans hem nu al onverslaanbaar noemen. Hij pakte de UFC-middengewicht titel door Dricus Du Plessis compleet te domineren.
Vanaf het eerste moment was duidelijk dat Du Plessis geen schijn van kans had. Binnen dertig seconden lag hij elke ronde op zijn rug. Chimaev voltooide 12 takedowns, hield meer dan 21 minuten controle en sloeg er maar liefst 529 stoten uit – een UFC-record.
Du Plessis probeerde in de vijfde ronde nog een submission, maar Chimaev schudde hem makkelijk af. Het leek eerder op kat en muis dan op een titelgevecht.
Na dit optreden vragen fans en analisten zich af of er nog iemand is die hem kan raken, laat staan verslaan. Namen als Nassourdine Imavov, Caio Borralho en Reinier de Ridder worden genoemd, maar niemand lijkt echt een oplossing te hebben voor zijn mix van worstelen en stoten.
Zelfs een titelgevecht voelt meer als straf dan als beloning. Elke tegenstander weet dat hij waarschijnlijk negentig procent van het gevecht op zijn rug ligt, onder de hamerende vuisten van Chimaev.
Chimaev heeft pas twee tegenstanders uit de top 15 ontmoet. Dat betekent dat er nog frisse matchups klaarliggen. Maar realistisch gezien: wie durft nog?
Zijn team hint al op supergevechten tegen grote namen uit de welter- of light heavyweight-divisie. Sommigen fluisteren zelfs over een showdown met Israel Adesanya of Alex Pereira, mocht die terugkeren naar middengewicht.
Toch heerst er vooral één gevoel: Chimaev lijkt buitenaards. Hij vecht met de kracht van een zwaargewicht, de druk van een worstelaar en de snelheid van een vechter die nooit moe wordt.
Na UFC 319 staat één ding vast: de UFC heeft een nieuwe boeman. Chimaev is de kampioen die niemand wil uitdagen, maar iedereen moet trotseren.
Wie pakt de handschoen op? Wie heeft het lef om tegenover hem te stappen? En belangrijker: bestaat er iemand die hem echt kan breken?
Lees het artikel op de mobiele website