Artem Vakhitov staat op het punt om terug te keren naar de kickboksring. Zijn tegenstander? Niemand minder dan Rico Verhoeven. Die clash komt eraan op 14 juni tijdens GLORY 100 in Rotterdam Ahoy. Artem noemt het zijn belangrijkste gevecht ooit. Niet zomaar wat gespartel, dit is alles of niets.
Na een pauze van MMA, kiest hij opnieuw voor wat hem écht ligt: harde stoten, snelle trappen, recht voor z’n raap actie. “Kickboksen is gewoon m’n ding,” zegt hij.
Als kind zat hij niet alleen in de sportschool, maar ook op de muziekschool. Niet uit liefde voor de piano, maar omdat het moest. Zijn ouders wilden het graag, dus hij beet door. “Ik vond het niks, maar ik hield m’n mond en ging gewoon,” zegt hij. Later begon hij het toch weer leuk te vinden. Nu speelt hij gitaar met zijn dochters thuis.
Toen hij vier was, vroeg zijn vader hem wat hij wilde worden. Zonder twijfel zei hij: “Mike Tyson.” Hij wist niet precies wat dat betekende, maar één ding was duidelijk: hij wilde de beste zijn.
Zijn eerste GLORY-gevecht in New York eindigde in een knaller van een knock-out. Mooier kon bijna niet. Maar niet alles liep perfect. Tegen de Braziliaan Saulo Cavalari verloor hij op Glory 20: Dubai, al vond hij dat zelf onterecht. De revanche kwam later. Toen won hij en nam hij de titel overduidelijk mee naar huis.
Hij heeft ook gevochten met een gebroken hand. “Ik kon m’n arm niet eens optillen,” vertelt hij. Zijn coach zei simpelweg: “Blijf bewegen, gebruik je benen.” En dat deed hij. Vechten op karakter, dat typeert hem.
Artem probeerde MMA en won vier van de vijf partijen, allemaal op knock-out. Maar toch… iets miste. Hij hield van de stoten, van de staande gevechten. Het grondwerk lag hem niet.
In 2017 wilde hij al tegen Verhoeven vechten, maar dat kwam er toen niet van. Nu, jaren later, is het eindelijk zover. Een droommatch tussen twee kampioenen.
Samen met zijn team bekijkt Artem elke dag video’s van Rico. Ze zoeken zwakke plekken, letten op fouten, zoeken openingen. “Hij is taai en herstelt snel, dat weet ik. Maar ik weet ook dat ik hem kan pakken.”
Veel mensen geloven niet in hem. Dat stoort hem niet. Sterker nog, het geeft hem energie. “Dank je wel aan iedereen die denkt dat ik ga verliezen. Jullie maken me alleen maar sterker.”
Hij droomt van de winst. Elke ochtend. Elke nacht. Elke training draait om dat ene doel: Rico verslaan.
Lees het artikel op de mobiele website