Peter Aerts bewees tijdens het Grand Prix-toernooi van 1998 dat hij niet zomaar een vechter is. Hij is een legende. Niet met woorden, maar met acties. Vanaf het eerste moment zat het publiek op het puntje van de stoel.
Hij stormde naar voren alsof zijn leven ervan afhing. Alles zat erin: knieën, highkicks, uppercuts. Zijn tegenstander probeerde stand te houden, maar Aerts bleef maar komen. De druk was te hoog, de combinaties te hard. Eén knie op het lichaam en het was gedaan. TKO in de eerste ronde.
De ene na de andere vechter viel. Zijn snelheid, kracht en precisie waren ongekend. Tegenstanders dachten een plan te hebben, maar Aerts brak daar elke keer weer doorheen.
In de halve finale stond hij tegenover Mike Bernardo. Beiden kenden elkaar door en door. Toch was het Peter die domineerde. Hij deelde rake klappen uit, trapte keihard op het lichaam en schakelde Bernardo uiteindelijk uit met een vernietigende linker highkick. Het was raak. Bernardo ging neer en kwam niet meer overeind.
Alsof het nog niet genoeg was, sloot Aerts de avond af met een droomfinale tegen Andy Hug. Het was een knalpartij. Over en weer vlogen de trappen en stoten door de lucht. Het leek lang gelijk op te gaan.
Tot Aerts ineens van tactiek veranderde. Hij lokte Hug uit, deed alsof hij een trap miste en BAM! Een loeiharde linker highkick op het perfecte moment. Hug zakte in elkaar. Knock-out. Publiek stond op stoelen. Commentatoren schreeuwden. Iedereen wist het: dit was legendarisch.
Lees het artikel op de mobiele website