De vechtsportwereld is in rouw na het plotselinge overlijden van Vladimir Tok. De 36-jarige zwaargewicht kreeg maandagavond thuis een hartstilstand, bevestigde vriend en mede-vechter Colin George gisteren al aan Vechtsport Info.
Tok was jarenlang actief bij GLORY en stond bekend als een vechter met een groot hart en een harde stoot. Maar de organisatie die volgens insiders al vroeg op de hoogte waren van het overlijden van Tok laat niets van zich horen. Dit tot onvrede van de fans.
Tok droomde nog van een comeback. Hij uitte eerder zijn frustratie over het gebrek aan kansen bij GLORY. “Waarom laten ze mij zitten?”, zei hij destijds in een interview. Ondanks zijn inzet voor een overstap naar het boksen, kwam er weinig respons. Zijn laatste optreden was tijdens een bokspartij in Roemenië, samen met Benjamin Adegbuyi.
Tok was geliefd onder collega’s en fans. Niet vanwege titels, maar door zijn doorzettingsvermogen. Velen vinden dat hij meer verdiende dan hij kreeg. Hij werd niet vergeten door zijn fans, maar wél door de organisatie waar hij jaren voor vocht, zo klinkt het op social media.
Opvallend is dat GLORY, tot het moment van schrijven, nog geen enkele publieke reactie heeft gedeeld over zijn dood. Fans uiten hun woede hierover. Onder een recente post van GLORY over Antonio Plazibat schrijft iemand:
“Lekker slim weer … Gooi er een post uit over Plazibat terwijl gister Vladimir Tok, een vechter van jullie, is overleden. Jullie eerste post had over hém moeten gaan.”
De organisatie KOK Fights, waar Tok kampioen was, eerde hem eerder op de dag al met een emotionele post. Die stilte van GLORY steekt bij veel fans en kenners. Of deze nog komt met een eerbetoon is niet bekend.
Meer over het verdriet onder fans lees je in deze reactie van rapper Boef, die persoonlijk afscheid nam van Tok op social media.
Ook het debat over eerlijke kansen in de ring speelt opnieuw op, zoals eerder werd besproken in deze analyse over fans die zelf matchups kiezen.
Meer achtergronden en updates over Tok vind je in onze sectie kickboksen.
Lees het artikel op de mobiele website