Gabriel Varga, voormalig GLORY-kampioen en meervoudig wereldtitelhouder, deelt een simpele maar dodelijke techniek. Hij noemt het ‘panic retraction’ – en zweert erbij. Het draait hierbij niet om de kracht van je stoot, maar om hoe snel je je hand terugtrekt naar je hoofd.
Volgens Varga is het dé reden dat hij jaren zonder zware hoofdblessures vocht. Elke stoot die hij uitdeelt, komt met bliksemsnelheid terug naar zijn dekking. Geen seconden verspild. Geen ruimte voor counters.
Wie zijn Dutch guard gebruikt – de klassieke hoge dekking – mag simpelweg geen slordige rechthand laten hangen. Eén traag moment, en je ligt.
Varga vergelijkt het met hardlopen: je kunt sneller gaan als je je armen sneller beweegt. Zo werkt het ook met stoten. Hoe sneller je je ene hand terugtrekt, hoe sneller je andere automatisch vuurt.
Hij traint dit niet alleen in sparring, maar juist in shadow boxing en zaktraining. Altijd terug naar de basis: hand naar het voorhoofd, elleboog dicht, kin omlaag. Elke keer. Hij noemt het ‘drillen tot het vanzelf gaat’.
Deze techniek is vooral belangrijk voor beginners die geneigd zijn hun hand te laten hangen. Varga raadt aan om langzaam te beginnen, goed op je techniek te letten en daarna pas snelheid op te bouwen.
In een eerder waarschuwend artikel benadrukte een andere GLORY-veteraan al hoe klein de foutmarges zijn bij het kickboksen. Het verschil tussen winst en knock-out zit vaak in een fractie van een seconde.
Ook is er kritiek geweest op de Nederlandse stijl, die volgens sommigen te traag en voorspelbaar is geworden. Varga geeft in zijn benadering juist een alternatief, zoals eerder besproken in deze analyse.
Voor meer verdieping en technieken kun je ook terecht op het bredere platform van kickboksen, waar alle stijlen en inzichten samenkomen.
Lees het artikel op de mobiele website