Bijna elke topvechter in MMA heeft wel eens boksles gehad. Toch zien veel MMA’ers er ineens uit als beginners zodra ze overstappen naar professioneel boksen.
Waarom maken ze die overstap eigenlijk, als het keer op keer fout gaat?
MMA-vechters horen bij de beste vechters ter wereld. Maar boksen is iets totaal anders. In MMA is boksen maar één klein onderdeel van een veel groter spel.
MMA draait om alles tegelijk: worstelen, trappen, stoten, ellebogen, submissions. Dat maakt het spectaculair, maar ook chaotisch. In boksen draait alles om twee vuisten. En dat is een wereld van verschil.
In MMA moet je overal goed in zijn. In boksen hoef je maar één ding te perfectioneren. Dat zorgt ervoor dat boksers op technisch vlak veel verder zijn.
De afstand, houding en het gebruik van de handschoenen zijn compleet anders. In MMA moet je altijd rekening houden met een takedown. In boksen kan je gewoon voor elkaar staan en puur op stoten focussen.
De meeste UFC-kampioenen zijn ‘allrounders’. Ze zijn nergens slecht in, maar ook nergens de absolute top. Een paar uitzonderingen daargelaten, zouden de meeste UFC-kampioenen nooit wereldkampioen worden in puur boksen.
Geld!!
Sinds Conor McGregor in 2017 tegen Floyd Mayweather bokste, ziet elke MMA-vechter boksen als een loterij. Winnen of verliezen maakt eigenlijk niet uit. De miljoenen stromen toch wel binnen.
Kamaru Usman riep Canelo uit. Sean O’Malley daagde Ryan Garcia uit. En bijna elke MMA’er roept om Jake Paul. Want Jake Paul betekent geld.
Ben Askren? Geklapperd. Tyron Woodley? Twee keer plat. Anderson Silva? Verloor ook. Nate Diaz? Kansloos. Mike Perry? Geen succes.
Jake Paul heeft met zijn stoten keihard bewezen dat MMA-vechters niks te zoeken hebben in een echte bokswedstrijd. En toch blijven ze het proberen.
Francis Ngannou maakte de sprong van UFC-kampioen naar boksring en verraste de wereld. Tegen Tyson Fury ging het geweldig. Maar tegen Anthony Joshua kwam de realiteit keihard binnen.
Een simpele jab was genoeg om hem compleet uit te schakelen. In MMA had niemand dat ooit geflikt. Maar in boksen is dat de standaard.
Francis Ngannou verdiende naar verluidt 20 miljoen dollar voor zijn gevecht tegen Joshua. Dat is vijf keer zoveel als hij in zijn hele UFC-carrière bij elkaar vocht.
Met Saudi-Arabië en andere landen die honderden miljoenen in boksen pompen, ligt de verleiding voor het grijpen. Voor de meeste UFC-sterren is dat geld simpelweg onbereikbaar in MMA.
Naast geld speelt ook blinde zelfoverschatting mee. MMA’ers geloven vaak oprecht dat ze kunnen boksen op het hoogste niveau. Joe Rogan dacht zelfs ooit dat Ronda Rousey Floyd Mayweather kon verslaan.
Die illusie blijft bestaan, want vechters hebben nu eenmaal extreem veel zelfvertrouwen nodig. Ze denken altijd dat zíj de uitzondering op de regel zijn.
Ze weten dat ze vrijwel geen kans maken, maar zolang de cheques zo groot blijven, blijven MMA-vechters het proberen.
Lees het artikel op de mobiele website