Tony Jeffries heeft duizenden mensen over de hele wereld lesgegeven. In deze snelle training van 4 minuten legt hij op een simpele manier uit hoe je de basis van boksen leert. Hij is Olympisch bronzen medaillewinnaar, zevenvoudig nationaal kampioen en Europees goudwinnaar. Geen saaie theorie, gewoon direct aan de slag.
Je hebt geen ervaring nodig. Alleen een beetje ruimte, je handen en de wil om te leren.
Of je nu links- of rechtshandig bent, je start met je sterke hand achter. Rechtshandig? Dan zet je je linkervoet voor. Visualiseer een denkbeeldige lijn op de grond. Eén voet links, één rechts. Knieën licht gebogen, alsof je op een skateboard staat. Handen bij je gezicht, ellebogen in, kin naar beneden. Dat is je basispositie.
Lopen doe je zoals je staat. Vooruit met je voorste voet. Terug met je achterste. Ga je naar links, dan verplaats je eerst je linkervoet. Naar rechts, eerst je rechter. Zo blijf je altijd in balans.
De eerste stoot is je jab. Dat is een rechte stoot met je voorste hand. Arm volledig uitstrekken, dan snel weer terug. Draai je heup een beetje mee. En adem uit bij het raken. Daarna komt de cross, je achterste hand. Ook hier: helemaal uitstrekken, heup draaien, terug naar je gezicht.
Samen vormen ze de bekendste combo: de “1-2”. Eerst de jab, dan de cross. Rustig oefenen tot het vloeiend voelt.
De hook (haak) is één van de moeilijkere stoten. Je gooit ’m met je voorste hand, opzij, in een hoek van 90 graden. Tony raadt aan om eerst de 1-2 te doen, en daar je hook op aan te sluiten. Laat je vuist draaien en houd je elleboog op schouderhoogte. Exhaleer bij impact.
Je bouwt het op met combinaties: 1-2-hook-2. Alles draait om ritme, controle en heupbeweging.
Aanvallen is leuk, maar verdedigen is net zo belangrijk. De ‘slip’ helpt je om stoten te ontwijken. Na je 1-2-combinatie verplaats je je hoofd net buiten de lijn. Zo ontwijk je een denkbeeldige stoot. Je verplaatst je gewicht op je achterste voet en maakt je lichaam klein.
Eerst oefenen: 1-2, slip. Dan voeg je een punch toe: 1-2, slip, cross. Daarna maak je het af met hook en cross. 1-2, slip, cross, hook, cross.
Als je de bewegingen onder de knie hebt, trek je je handwraps en bokshandschoenen aan. Tijd om het in praktijk te brengen op een bokszak. Let op je ademhaling, hou je vuisten ontspannen tot het moment van impact.
Begin met de jab, dan de cross. Voeg daarna de haak toe. Sluit af met de volledige combo: 1-2, slip, 2, hook, 2.
Oefen rustig. Het voelt misschien ongemakkelijk in het begin. Maar hoe vaker je het doet, hoe natuurlijker het wordt.
Lees het artikel op de mobiele website