Stel je voor: Bud Spencer en Sylvester Stallone’s Rocky Balboa staan tegenover elkaar in de ring. Aan de ene kant heb je Bud, de man die met één klap iemand de andere kant van de kamer in slingert.
Aan de andere kant Rocky, de vechter die klappen incasseert alsof het snoepjes zijn en altijd weer opstaat.
Rocky is een doorgewinterde bokser. Hij blijft doorgaan, hoe vaak je hem ook raakt. Zijn kracht zit in zijn uithoudingsvermogen en tomeloze inzet. Hij wint niet met brute kracht, maar door zijn tegenstanders langzaam kapot te maken.
Bud Spencer daarentegen heeft de kracht van een sloopkogel. Hij doet niet aan finesse, maar als hij een klap uitdeelt, dan voel je dat dagenlang. Hij bokst niet zoals Rocky, maar hij hoeft ook geen techniek te hebben als hij met één slag iemand tegen de touwen krijgt.
In ronde 1 danst Rocky om Bud heen, wetend dat hij niet meteen de strijd moet aangaan. Bud blijft kalm en laat Rocky komen. Hij deelt een paar jabs uit, maar Bud lijkt het niet eens door te hebben.
In ronde 3 begint Rocky’s plan te werken. Hij bewerkt Bud’s lichaam met harde stoten en probeert hem moe te maken. Bud vertraagt een beetje, maar dan... BAM! Een beuk van Bud en Rocky vliegt achteruit alsof hij door een vrachtwagen is geraakt. Maar zoals altijd krabbelt hij weer overeind.
In de latere rondes gaat de strijd verder. Bud begint vermoeid te raken, terwijl Rocky – gehavend maar koppig – blijft beuken. In ronde 8 valt Bud na een spervuur aan stoten. De scheidsrechter telt en... het is voorbij!
Maar dit is geen gevecht met haat. Bud staat op, lacht breed en klopt Rocky op de schouder. Even later zitten ze samen aan de bar, bier in de hand, alsof er niks gebeurd is. Want hoe je het ook bekijkt: deze twee blijven legendes.
Lees het artikel op de mobiele website