Gustavo Trujillo is geen gewone bokser. Deze Cubaan vocht op straat lang voordat hij in een ring stond. En dat was geen spelletje – hij vecht voor z’n eten. En wordt de Mike Tyson van het Bare Knuckle boksen genoemd.
Hij groeide op in Morón, een plek waar je niks voor niks krijgt. Zijn huis had niet eens een vloer, alleen harde aarde. Hij had geen luxe, geen kansen, alleen zijn vuisten.
“Ik vocht voor m’n bord eten,” zegt Trujillo. “Niet voor geld, maar omdat ik honger had.”
Hij wist één ding zeker: hij wilde iets doen voor zijn familie. In Cuba was er maar één manier – sporten op topniveau. Hij werd worstelaar, schopte het tot het nationale team. Maar rijk? Dat werd hij daar niet van.
Tijdens een toernooi in de Dominicaanse Republiek gooide hij het roer om. Hij verliet het team, leefde vijf maanden op straat, en kwam daarna per opblaasboot naar de VS.
Daar sloot hij zich aan bij American Top Team in Florida. Bekende namen als Jorge Masvidal en Yoel Romero trainden naast hem. Maar MMA bleek niet zijn ding. Zijn kracht zat niet in grondwerk – maar in keiharde stoten.
“In MMA namen ze me altijd naar de grond omdat ik te hard sloeg,” lacht hij. “In bare-knuckle kan dat niet. Dat ligt me veel beter.”
Inmiddels heeft Trujillo zeven gevechten op zijn naam, allemaal gewonnen in de eerste ronde. Zijn vuisten spreken voor zich. Sommige fans noemen hem al “de Mike Tyson van het bare-knuckle boksen”.
Zaterdag staat hij tegenover voormalig wereldkampioen Lucas Browne in Florida. Trujillo zegt niet op zoek te zijn naar een knock-out, maar: “Als het gebeurt, gebeurt het. Ik wil gewoon winnen. De rest laat ik aan God over.”
In het bare-knuckle zie je steeds meer opvallende namen opduiken. Zo stonden recent nog Nederlandse vechters in hoofdrol bij een event van Conor McGregor.
Ook James DeGale maakte zijn debuut – en stopte direct na die ene keiharde winstpartij. Voor meer updates over dit soort gevechten kijk je op boksen.
Lees het artikel op de mobiele website