Rico Verhoeven is een van de beste kickboksers ter wereld. Hij traint elke dag, eet strak, rust goed en vecht op het hoogste niveau.
Maar wat als hij niet de ring in stapt, maar de straat op moet? En tegenover hem staat geen vechter, maar een getrainde commando? Dan verandert alles.
In de sport heb je regels. Geen stoten naar het kruis, geen vingers in de ogen, geen wapens. In militaire close combat-training is dat anders. Daar leer je hoe je een tegenstander zo snel mogelijk uitschakelt.
Niet winnen, maar overleven.
Een marinier of commando is getraind op situaties met gevaar voor eigen leven. Ze gebruiken bewegingen die ontworpen zijn voor oorlog, niet voor punten.
Rico heeft kracht, uithoudingsvermogen en timing. Maar een militaire vechter pakt je keel, ogen of knieën zonder waarschuwing.
Close combat draait om snelheid en verrassing. Een commando wacht niet tot jij klaar bent. Die grijpt, stompt, duwt, bijt als het moet.
Rico kan veel hebben. Maar als hij niet traint op dit soort situaties, wordt het lastig.
Als Rico meteen toeslaat, kan hij met zijn explosieve stoten iemand uitschakelen. Maar als hij verrast wordt, ligt hij snel op de grond.
Daar is het gedaan. Want een commando stopt niet bij een knockdown.
Dus: overleeft Rico zo’n gevecht? Misschien. Maar alleen als hij het initiatief pakt. Want in close combat zijn er geen jury’s. Alleen winnaars en verliezers.
Lees het artikel op de mobiele website