Gary Goodridge was ooit de sterkste man aan de arm worsteltafel. Hij was een wereldkampioen die alles won. Daarna begon hij aan een ander gevecht: MMA.
Hij knokte in de UFC, Pride en K-1. Hij was berucht om zijn keiharde knock-outs en zijn show. Maar achter de roem schuilde iets donkers: Gary begon zichzelf te verliezen.
Het begon met vergeetachtigheid. Later kwamen de woede-uitbarstingen. Uiteindelijk kreeg hij de diagnose die alles veranderde: CTE, een hersenziekte door klappen op het hoofd.
Gary werd op 17 januari 1966 geboren in Trinidad. Hij verhuisde op jonge leeftijd naar Canada. Als kind werd hij gepest, maar hij werd sterker.
Op zijn vijftiende won hij zijn eerste armworsteltoernooi. Dat smaakte naar meer. Niet veel later werd hij wereldkampioen armworstelen. Maar hij wilde meer.
In de jaren '90 stapte hij over naar het boksen. Binnen een jaar werd hij Canadees kampioen in het superzwaargewicht. Hij had nauwelijks techniek, maar hij was sterk en sloeg hard.
Na het zien van UFC 2 wilden zijn vrienden dat hij mee zou doen. Gary wist van niks, maar meldde zich aan.
De UFC belde hem op. Ze waren onder de indruk van zijn kracht en armworstelcarrière. Hij kreeg een plek in UFC 8.
Hij had geen ervaring met vechtsporten. Toch ging hij het gevecht aan. Hij noemde zichzelf 'Big Daddy' en stapte de kooi in, met een geleende zwarte band en een nepverhaal over vechtsporten.
Gary’s eerste gevecht werd legendarisch. Hij vocht tegen Paul Herrera. Paul wilde hem naar de grond brengen, maar Gary was voorbereid.
Gary ving hem in een ‘crucifix’ en sloeg met zijn ellebogen net zo lang door tot Herrera bewusteloos was. Het gevecht duurde maar acht seconden. Herrera lag trillend op de grond.
Die avond vocht Gary nog twee keer. Hij won zijn tweede gevecht, maar verloor in de finale. Toch had hij zich bewezen. Big Daddy was geboren.
Na zijn opkomst in de UFC bleef Gary vechten. In Brazilië deed hij mee aan een toernooi zonder regels. Alles mocht, zelfs bijten en oogsteken.
Hij won drie gevechten op één avond. In één gevecht greep hij zelfs de edele delen van zijn tegenstander om te ontsnappen. Dat leverde hem de bijnaam ‘nut grabber’ op.
Daarna lonkte Japan. Hij tekende bij Pride FC, toen het grootste vechtsporttoernooi ter wereld. In zijn debuut sloeg hij Oleg Taktarov knock-out. Het publiek was verbijsterd.
Gary werd een vaste naam in Pride. Hij vocht tegen de gevaarlijkste vechters van de wereld. Soms won hij, soms werd hij zelf knock-out geslagen.
Hij stond bekend als de vechter die nooit nee zei. Hij was de poortwachter van Pride. Hij kon iedereen uitschakelen, maar betaalde daar een prijs voor.
Later stapte hij over naar K-1, waar hij kickbokste. Hij kreeg zware klappen en verloor vaak. Toch won hij in 2005 nog het K-1 toernooi in Hawaï.
Maar de schade aan zijn lichaam en geest bleef zich opstapelen.
Tussen 2006 en 2010 ging het bergafwaarts. Gary verloor gevecht na gevecht. Hij werd vaak knock-out geslagen. Hij vocht zonder voorbereiding, puur voor het geld.
In 2010 stopte hij definitief. Maar het echte gevecht begon pas daarna.
In 2012 kreeg hij te horen dat hij leed aan CTE, een hersenziekte die niet te genezen is. Zijn geheugen ging achteruit. Hij verloor de controle over zijn emoties.
Hij slikte dertien pillen per dag om zichzelf rustig te houden. Zonder medicijnen, zei hij, had hij al lang niet meer geleefd.
Nu leeft Gary rustig in Canada. Hij doet aan therapie en sport nog steeds, om zijn hoofd helder te houden.
In 2022 werd hij opgenomen in de sport Hall of Fame van zijn woonplaats Barry. Op het podium sprak hij langzaam, maar met trots.
Hij zal nooit meer de oude worden, maar hij blijft zichzelf.
Gary Goodridge werd nooit UFC-kampioen. Maar hij werd wel een icoon.
Zijn verhaal laat zien wat er schuilgaat achter de roem: pijn, verlies en veerkracht. Nog altijd inspireert hij anderen door open te praten over de gevaren van vechtsport.
Hij vecht niet meer in de ring, maar wel tegen zijn eigen ziekte. En dat maakt hem misschien wel de grootste vechter van allemaal.
Lees het artikel op de mobiele website