Kamaru Usman. Ooit onverslaanbaar. Ooit dé UFC kampioen. Maar nu? Nu zit hij midden in een drie-gevechten-durende nachtmerrie. En zaterdag in Atlanta moet hij tegen Joaquin Buckley laten zien dat hij nog niet klaar is voor het boksmuseum.
Dit is geen gevecht om punten of rankings. Dit is alles of niks. Winnen betekent hoop. Verliezen? Dan is het misschien over. Niet alleen voor zijn titelambities, maar ook voor hoe we hem herinneren. Klinkt zwaar? Is het ook.
Maar Usman denkt al verder dan Buckley. Hij kijkt naar de top. En dan bedoelen we de absolute top. Pound-for-pound nummer één: Islam Makhachev. “Dat is het gevecht dat ik wil,” zei Usman tegen journalist Kevin Iole. “Dat zou een knaller worden.”
Hij noemt het zijn laatste kunststukje. Nog één groot gevecht. Eentje om mee af te sluiten. Niet tegen zomaar iemand, maar tegen de allerbeste. “Huidige nummer één tegen de vorige nummer één,” grijnsde hij. “Laat die maar komen.”
Makhachev is van plan om dit jaar nog te debuteren in de weltergewichtklasse. En als het aan de geruchten ligt, krijgt hij direct een titelgevecht tegen Jack Della Maddalena. Niet verkeerd voor je eerste potje in een nieuwe gewichtsklasse.
Maar stel je voor: Usman verslaat Buckley spectaculair. En de UFC denkt: hé, laten we die oude kampioen nog één kans geven. Dan kan het zomaar gebeuren. Makhachev vs. Usman. Twee zwaargewichten in een ander soort gevecht: eer, status, afscheid. Alles zit erin.
Even terug naar de realiteit: Buckley is geen cadeautje. Usman móet hem verslaan, en niet met een lullige beslissing. Hij moet indruk maken. Zodat matchmakers geen twijfel hebben. Zodat de UFC weet: Usman hoort daar nog. Bij de top.
Het wordt spannend. Want laten we eerlijk zijn: Usman is geen jonge hond meer. Zijn moment is nu. Misschien wel voor de allerlaatste keer.
Lees het artikel op de mobiele website