Joe Rogan is al jaren een vaste stem bij UFC-evenementen. Sinds zijn debuut in 2002 zit hij naast de kooi en spreekt hij vechters direct na hun gevechten. Vaak is hij emotioneel betrokken bij hun verhalen.
Maar een incident tijdens UFC 203 veranderde zijn werkwijze voorgoed. In dat gevecht verdedigde Stipe Miocic zijn titel tegen Alistair Overeem. Miocic werd vroeg in de partij neergeslagen en bijna vastgezet in een guillotine choke. Toch vocht hij zich terug en won met een knock-out in de eerste ronde.
Na afloop sprak Overeem met Rogan en beweerde dat Miocic had afgeklopt. Rogan vond dat vreemd en ging direct in discussie. Achteraf gaf Rogan toe dat het fout was om Overeem op dat moment te interviewen. De Nederlander was net keihard knock-out geslagen en niet helder.
Hij schreef later: “Ik heb de UFC gevraagd of we alsjeblieft kunnen stoppen met het interviewen van vechters die net zijn knock-out geslagen. Ik vind het niet verstandig of eerlijk.”
Een jaar later, tijdens UFC 214, brak Rogan zijn eigen regel. In dat evenement verloor Daniel Cormier van Jon Jones door een hoge trap gevolgd door harde stoten op de grond.
Cormier was zichtbaar aangeslagen, maar gaf toch een interview. Tijdens het gesprek barstte hij in tranen uit. Rogan stond erbij en kon niet veel meer doen dan hem troosten. Het moment werd intens besproken, zowel door fans als experts.
Het gaf opnieuw aan hoe heftig interviews vlak na een knock-out kunnen zijn. Vechters zijn dan emotioneel, verward en soms niet in staat om goed te reageren.
De rol van Joe Rogan in de UFC blijft uniek. Hij wil fans informeren, maar ook vechters beschermen. Na het incident met Overeem was zijn regel duidelijk: geen interviews meer na knock-out. Toch toonde hij met Cormier dat hij soms toch zijn gevoel volgt.
De discussie over interviews na zware knock-outs blijft actueel. Sommige fans willen meteen emotie zien. Anderen vinden het respectloos of zelfs gevaarlijk voor de gezondheid van de vechter.
Lees het artikel op de mobiele website