Hakeem Dawodu, bekend om zijn knock-outs, kreeg twee jaar lang geen enkele kans om te vechten. Hij bleef fit, bleef trainen en wachtte op een telefoontje. Dat telefoontje kwam niet.
Wat hij wel kreeg, was een ontslag. Plots en zonder waarschuwing.
Volgens Dawodu werd hij niet op de hoogte gehouden. “Ze hielden me gewoon aan het lijntje,” zei hij. Terwijl andere vechters kansen kregen, zat hij thuis. Geen blessures. Geen schorsing.
Gewoon genegeerd. Voor een vechter die op zijn hoogtepunt zit, is dat een zware klap.
Twee verloren jaren betekenen gemiste inkomsten, verloren momentum en een stilgezette loopbaan. Dawodu had in die tijd kunnen doorgroeien of andere kansen pakken. Nu moet hij opnieuw beginnen.
En in een sport waar elke seconde telt, is dat bijna dodelijk voor je carrière.
Terwijl Dawodu in de wacht zat, kregen andere vechters hun doorbraak. Tijdens DWCS Week 7 tekenden zes nieuwe vechters een contract. Vier van hen wonnen met een finish in de eerste ronde.
De competitie is hevig, maar kansen zijn ongelijk verdeeld. Dat voelt Dawodu nu aan den lijve.
Ook andere vechters voelen de onduidelijkheid binnen de UFC. Sommigen krijgen kansen, anderen verdwijnen geruisloos. De spanning is voelbaar, ook bij topvechters.
Zoals bij Reinier de Ridder, die zich openlijk uitspreekt over oneerlijke matchmaking. De vechtsportwereld lijkt steeds meer op een politieke jungle.
Lees het artikel op de mobiele website