Alistair Overeem was ooit een van de engste zwaargewichten in de sport. Hij won in Pride, Strikeforce en K-1. Zijn lichaam leek uit graniet gehouwen. Toen hem werd gevraagd hoe hij zo groot werd, antwoordde hij berucht: paardenvlees.
Maar achter dat gespierde lichaam zat een ander verhaal. Het ging over doping, over burn-outs en een strijd die verder ging dan de kooi. Wat begon als een opmars naar de top eindigde met een plotselinge fysieke krimp en een nieuw leven zonder vlees.
Overeem werd geboren in Engeland maar groeide op in Amsterdam. Hij was stil, werd gepest en vocht op straat. Op zijn vijftiende kreeg hij een litteken na een cafégevecht met een gebroken glas.
Zijn broer nam hem mee naar de sportschool. Daar begon alles. Overeem leerde vechten van grootheden als Chris Dolman en Bas Rutten. In 1999 maakte hij zijn MMA-debuut en won in minder dan twee minuten.
In Japan vocht hij tegen grootheden als Chuck Liddell en Mauricio Shogun. Hij verloor soms, maar bleef opvallen. Vooral zijn knieën in de clinch waren berucht.
In 2007 besloot hij naar de zwaargewichtdivisie te gaan. Zijn lichaam veranderde drastisch. Hij stopte met afvallen en begon aan te komen.
Hij trainde anders, at anders, dacht anders. Hij werd Uberreem. Hij won het K-1 toernooi en pakte tegelijkertijd titels in Dream en Strikeforce.
Hij zei dat hij zijn kracht te danken had aan paardenvlees. Negen maaltijden per dag. Veel eiwit, weinig vet. En hij had het in zich, zei hij. Zijn familie was ook groot.
Zijn lichaam was groot. Te groot volgens sommigen. Joe Rogan noemde hem “niet natuurlijk”. Toch bleef hij winnen. In 2011 versloeg hij Brock Lesnar met een vernietigende trap naar de lever.
Hij zei dat hij voor de UFC-titel ging. Maar toen ging het mis. Hij faalde een dopingtest. Zijn testosteronwaarde was 14 keer hoger dan toegestaan. De commissie schorste hem negen maanden.
Hij kwam terug, maar was dunner. Fans zeiden dat USADA hem had veranderd. Geen Uberreem meer, gewoon Alistair. Hij verloor van Bigfoot Silva en Travis Browne na goede starts.
Toch gaf hij niet op. Hij versloeg Frank Mir, Stefan Struve en Roy Nelson. In 2016 kreeg hij een titelgevecht tegen Stipe Miocic. Hij verloor, ondanks een sterke start.
Hij bleef winnen van topvechters als Mark Hunt en Junior dos Santos. Maar hij verloor ook zwaar van Francis Ngannou. Zijn kaak werd letterlijk gesloopt.
Hij vocht door. In 2019 stond hij op winst tegen Jairzinho Rozenstruik, tot een klap in de laatste seconde hem neersloeg. Zijn lip lag open. Toch stond hij op.
Hij vocht tegen Alexander Volkov en verloor. De UFC liet hem gaan. Overeem stapte over naar Glory Kickboxing. Hij won van Badr Hari, maar testte daarna positief en werd geschorst.
Dat was het moment dat hij afscheid nam. Niet alleen van vechten, maar van het hele zware leven. Hij werd veganist, viel tientallen kilo's af en zei dat hij zich gezonder voelde dan ooit.
Hij vertelde over een detox-programma met zeewier en supplementen. Geen vlees meer. Geen spiermassa meer. Maar ook geen stress meer.
Hij zei dat rust belangrijker was dan trainen. En dat hij dat pas laat ontdekte. Hij wil nu gezond blijven en zijn hersenen gebruiken voor andere doelen.
Lees het artikel op de mobiele website