Alex Pereira kwam uit Brazilië en veranderde elke ring waar hij in stond in een slachtveld. Zijn linkse hoek? Dodelijk. Eén tik en zijn tegenstander zakte in elkaar.
Hij was niet alleen sterk, maar ook slim. Pereira wachtte geduldig, jabde rustig en sloeg toe op het perfecte moment. Fans hielden hun adem in, want iedereen wist: één klap en het was klaar.
Badr Hari hoef je niet uit te leggen. Hij stormde naar voren, gooide bommen en maakte gevechten kort. Eén uppercut of bodyshot en het licht ging uit.
Zijn clash met Alistair Overeem staat nog steeds in het geheugen van fans gegrift. Overeem probeerde stand te houden, maar Hari’s stoten waren te bruut. Het stadion ontplofte, letterlijk kippenvel.
Daniel Ghiță werd gevreesd om zijn kicks. Vraag het maar aan Errol Zimmerman. Eén trap en een mokerslag later lag hij plat. Ghiță had simpelweg wapens in zijn benen.
Jamal Ben Saddik, ook wel “Big Ben,” gooide linkse hoeken alsof het niets was. Zijn southpaw-stand maakte hem levensgevaarlijk. Fans zagen hem tegenstanders met gemak tegen het canvas meppen.
Tyrone Spong stond bekend om zijn rechte rechterhand. Als hij die landde, was het meestal afgelopen. Een beetje showman, maar bovenal een killer.
Andy Ristie was niet anders. Hij knokte met een onverzettelijke stijl en liet uppercuts vallen alsof hij handgranaten gooide. Zijn knock-outs waren spectaculair én onverwacht.
Lees het artikel op de mobiele website