De Libanese kickbokser Nassib Hamada is uitgesloten van deelname aan het WAKO Wereldkampioenschap in Oezbekistan. Tijdens de openingsceremonie stapte hij op een Israëlische vlag, scheurde deze doormidden en liep eroverheen.
Zijn reden was duidelijk. Hij merkte dat de Palestijnse vlag ontbrak, terwijl er wel Palestijnse deelnemers aanwezig waren. Tegelijk zag hij de Israëlische vlag wél prominent in beeld. Dat voelde voor hem als onrecht.
Hamada noemt zijn actie een teken van menselijkheid. Hij zegt dat hij handelde uit waardigheid en respect voor Palestina en zijn eigen land Libanon. Hij spreekt van verzet tegen “hypocrisie en ontmenselijking”.
Volgens Hamada moet sport niet zwijgen wanneer er onrecht gebeurt. “Zelfs als ze mijn leven zouden nemen, bied ik geen excuses aan,” zei hij. Voor hem is het een erezaak.
Ook Jamal Ben Saddik sprak zich eerder publiekelijk uit over Palestina. Zijn statement leidde tot een stevige botsing met zijn tegenstander, maar hij bleef achter zijn woorden staan.
Na de actie zou de Israëlische ambassade direct om een sanctie hebben gevraagd bij de WAKO-organisatie. Die ging daar snel in mee. Ze verboden Hamada deelname tenzij hij publiekelijk zijn excuses aanbood.
Dat weigerde hij. Hamada zegt dat hij geen spijt heeft, en dat hij de actie opdraagt aan zijn volk.
In de vechtsport ontstaan steeds vaker spanningen rond dit onderwerp. De discussie werd eerder al gevoed toen de Palestijnse vlag bij UFC-kampioen Belal Muhammad plots verdween. Fans reageerden toen woedend op die beslissing.
Ook bij andere disciplines, zoals boksen, ontstaan steeds vaker debatten over politieke symboliek en de rol van sporters.
Lees het artikel op de mobiele website