Het ging goed fout voor Jamal Ben Saddik tijdens Glory 100. Eén trap, een scheenbeen dat openscheurt, en het was klaar. Remy Bonjasky zat er bovenop en deelt zijn mening. “Dit is zuur, maar het hoort erbij,” zegt hij. “Zo’n blessure kun je niet plannen of voorkomen.”
Ben Saddik begon sterk, maar Sofian Laidouni blokte slim. “Ze hebben hierop getraind,” zei Bonjasky. “Hij blokte hoog met zijn scheen en bam, daar ging het mis.” Het was duidelijk dat dit soort trappen had geoefend. “Op je arm mikken, vol erop. Dat zie je niet vaak.”
Volgens Bonjasky is het niet de eerste keer dat het misgaat met de benen van Ben Saddik. “Hij heeft vaker last gehad van z’n schenen,” zei hij. “Dit keer was het het andere been. Maar als het blijft terugkomen, is dat misschien gewoon zijn zwakke plek.”
Het moment zelf was schokkend. De arts prikte de wond aan op live tv. “We zagen alleen het bovenste stukje,” zegt Remy. “Maar het ging diep. Iedereen zat van: ‘Wat gebeurt hier?!’”
Remy spaart zijn woorden niet als het gaat over de toernooiopzet van Glory. “Waarom moet alles zo ingewikkeld?” vroeg hij zich hardop af. “In de K1 wist je waar je aan toe was. Nu is het een doolhof.”
De scheur in het scheenbeen van Jamal Ben Saddik
Hij geeft een voorbeeld: “Als je dit aan een leek uitlegt, haakt ‘ie na twee zinnen af. Kleine toernooien hier, herkansingen daar, wildcards, noem maar op. Je raakt het overzicht kwijt.”
Hij vergelijkt het met andere sporten. “Bij Roland Garros of de Olympische Spelen is het simpel: je doet mee, je bent fit, of je hebt pech. Bij Glory blijf je maar wachten op zieke of geblesseerde toppers.”
Toch is niet alles negatief. Door de afwezigheid van grote vechters komen nieuwe namen bovendrijven. “Dat is juist vet,” zegt Bonjasky. “Je krijgt verrassingen. Kijk naar Tariq Osaro. Hij komt, hij ziet, hij ramt.”
Osaro vocht twee sterke partijen. Tegen Gashi en daarna tegen Laidouni. “Hij kwam echt voor de kill. Geen spelletjes. Hij jaagde erop.” Remy is onder de indruk: “Misschien is hij wel kampioensmateriaal.”
“Je kunt niet alles plannen,” zei Bonjasky. “Blessures, uitvallers, verrassingen – dat is precies wat een toernooi spannend maakt.” Hij vergelijkt het met voetbal: “Je pakt een gele kaart in de halve finale, en je mist de eindstrijd. Vervelend, maar dat is sport.”
Voor hem is het simpel. “Toernooi gaat door. Als je er niet bij bent, heb je gewoon pech. Klaar.”
Lees het artikel op de mobiele website