"Ze wilden gewoon dat de Nederlander won." De woorden van UFC-ster Israel Adesanya zijn hard, maar komen recht uit het hart. In een interview in Thailand blikt hij terug op zijn tijd bij Glory Kickboxing – en spaart de organisatie niet.
Adesanya gaf tijdens zijn seminarreeks in Azië openheid van zaken over een periode die hem nog steeds dwarszit. De voormalig Glory-vechter en regerend UFC-ster is duidelijk: hij voelt zich bestolen. “Glory was een corrupte organisatie voor mij,” zegt hij. “Mijn ervaring was eerst oké, daarna werd het gewoon shit.”
Zijn grootste frustratie? Een gevecht om de wereldtitel waarvan hij overtuigd is dat hij die had moeten winnen. “Ze hebben me die titel afgepakt omdat ze wilden dat de Nederlandse vechter won. Dat heeft me echt zuur gemaakt.” Adesanya verwijst vermoedelijk naar zijn verlies tegen Jason Wilnis in 2017 tijdens Glory 37: Los Angeles – een partij waar ook toen al veel discussie over was.
De uitspraken van Adesanya komen niet zomaar uit het niets. In zijn UFC-carrière heeft hij zich altijd uitgesproken over onrecht en partijdigheid in de vechtsport. Dat hij deze oude wonden opnieuw opent, laat zien dat het gevoel van oneerlijkheid diep zit. “Met Glory heb ik niks meer. Ik kijk niet achterom.”
Het is opvallend hoe fel hij ook is over andere promoties buiten de UFC. “In China was het eerst goed, toen ook weer shit,” zegt hij. “Ik heb geleerd om mensen en organisaties te wantrouwen als het draait om geld en populariteit.”
Adesanya’s uitlatingen zeggen meer dan alleen iets over zijn verleden. Ze raken aan een bredere discussie over eerlijkheid, nationalisme en commerciële belangen in het vechtsportcircuit. En hoewel Glory zich niet heeft uitgesproken over zijn kritiek, zullen zijn woorden zeker binnenkomen.
Lees het artikel op de mobiele website