Racisme reden dat bokslegende Muhammad Ali Olympische goud wegsmeet

Muhammad Ali, de Amerikaanse bokslegende gooide uit kwaadheid over racisme zijn Olympische gouden medaille in een rivier. In aanloop naar de Spelen van dit jaar en de situatie in de wereld is zijn verhaal helaas weer actueel.

Sport hoort te verbroederen, althans dat wordt gezegd. In de praktijk is dit helaas niet altijd zo en speelt racisme nog steeds een kwalijke rol. Afgelopen weekend werd dit maar weer eens duidelijk in de EK voetbalwedstrijd tussen Engeland en Italië. Enkel spelers van Engeland werden om hun huidskleur voor van alles en nog wat uitgemaakt, zo erg zelfs dat Prins William van Engeland zijn afschuw uitsprak.

Boksen op de Olympische Spelen van Rome in 1960 was historisch aangezien twee van de deelnemers later Hall of Fame-legendes van professioneel boksen werden. Muhammad Ali, misschien wel de grootste bokser die ooit heeft geleefd, gaf de wereld drie klassieke Olympische momenten in zijn leven.

Vervangende medaille

Ali had gedacht dat het winnen van Olympisch goud het ongebreidelde racisme in Amerika zou verbeteren, maar bij zijn terugkeer ontdekte hij dat de dingen vrijwel hetzelfde waren. Nadat hij in een restaurant werd geweigerd omdat hij een Afro-Amerikaan was, was hij zo boos dat hij zijn gouden medaille in een rivier zou hebben gegooid.

In 1996 kreeg Ali vervangend goud van de toenmalige IOC voorzitter Juan Antonio Samaranch. Tijdens de rust van een Amerikaanse basketbalwedstrijd voor heren overhandigde Samaranch, Ali een speciaal gemaakte vervangende gouden medaille , ter ere van zijn politieke en culturele prestaties.