Oleksandr Usyk is een man die bokst zonder angst. Hij stapte de ring in tegen de beste vechters ter wereld. Hij versloeg ze. Eén voor één.
Maar als je hem vraagt waar hij bang voor is? Dan zegt hij het zonder aarzelen.
“Ik ben nergens bang voor. Behalve voor God. Ik ben bang voor Hem omdat ik van Hem hou,” zegt Usyk.
Hij zegt het niet om indruk te maken. Hij zegt het omdat hij het voelt. Diep.
Usyk is op dit moment ongeslagen als zwaargewicht. Hij pakte in 2021 de wereldtitels van Anthony Joshua in Londen. In 2022 verdedigde hij ze. En opnieuw won hij.
En nu? Nu staat hij op het punt om geschiedenis te schrijven tegen Tyson Fury. Die strijd wordt gezien als het gevecht van het decennium. Twee ongeslagen kampioenen. Eén troon.
Maar ondanks alle roem en titels blijft Usyk nederig. Hij traint hard. Bidt elke dag. En geeft de eer aan God.
Usyk vocht niet alleen in de ring. In 2022 sloot hij zich tijdelijk aan bij de Oekraïense verdediging tijdens de oorlog met Rusland. Hij was geen bokser meer. Hij was soldaat. Burger. Mens.
Die tijd veranderde hem. Hij verloor vrienden. Hij zag pijn van dichtbij. Maar zijn geloof gaf hem kracht. “God is bij mij. Altijd,” zei hij.
Toen hij terugkwam in de ring, vocht hij anders. Rustiger. Kalm. Alsof hij iets groters vertegenwoordigde dan zichzelf.
Usyk gelooft dat zijn talent een gift is. Niet iets om mee te pronken, maar om te gebruiken. “Ik ben een dienaar,” zegt hij. “Een vechter met een missie.”
Hij traint keihard. Hij leeft sober. Geen alcohol, geen roemrucht leven. Alleen zijn gezin, zijn geloof en de ring.
En als je hem vraagt waarom hij blijft winnen? Dan lacht hij. “Omdat ik weet wie mij leidt.”
Lees het artikel op de mobiele website