Roy Meyer, jarenlang een van de bekendste zwaargewichtjudoka’s van Nederland, hangt zijn judopak aan de wilgen. Maar wie denkt dat hij stopt met vechten, heeft het mis. De 34-jarige sporter uit Breda stapt over naar een andere ring: die van het boksen. In oktober staat hij elfs in de ring tegen vechtlegende Melvin Manhoef tijdens het Boxing Influencers event.
“Judo heeft me gevormd, maar het vuur brandt nu ergens anders,” zegt Meyer. Na alles wat hij meemaakte de afgelopen jaren, voelt boksen als een nieuw begin. Hij noemt het “het boksvirus” – en het heeft hem te pakken.
Meyer beleefde veel hoogtepunten als judoka. Hij won drie bronzen medailles op wereldkampioenschappen en deed mee aan de Olympische Spelen van Rio in 2016. Maar zijn carrière kreeg flinke deuken.
Een slepende knieblessure, longproblemen, een scheiding en gedoe met de judobond maakten de weg naar Parijs 2024 onmogelijk. Hij stond zelfs een tijd zonder trainer. “Ik was op. Mentaal en fysiek,” zegt hij.
Na gesprekken met zijn omgeving kwam het besef: judo was niet langer zijn toekomst. “Het voelde als loslaten van een deel van mijn identiteit. Maar ook als opluchting.”
Tijdens zijn deelname aan het tv-programma Boxing Influencers proefde Meyer voor het eerst serieus van het boksen. En dat smaakte naar meer. “Ik voelde weer adrenaline. Die scherpe focus. Alles wat ik zo miste in het judo.”
Hij bleef trainen, bleef sparren en voelde zich weer atleet. Zonder punten, grepen of scheidsrechterdiscussies. Gewoon man tegen man. “Het is puur. Eerlijk. Rauw. En het past bij wie ik nu ben.”
Meyer ziet boksen niet als hobby. Hij denkt groot. Hij traint hard en is vastberaden om er iets van te maken. “Ik geloof echt dat hier toekomst in zit voor mij. Ik ben nog lang niet klaar.”
Waar het judo stopte, begint nu iets nieuws. Meyer is niet meer de man die jacht maakt op een olympisch ticket. Hij is nu de vechter die opnieuw begint. Niet op de tatami, maar in de ring.
Zijn kracht, zijn ervaring en zijn mentale weerbaarheid neemt hij allemaal mee. “Ik zie dit niet als een afscheid van sport. Ik zie het als een volgende ronde.”
Lees het artikel op de mobiele website