Manny Pacquiao heeft in zijn leven al flink wat meegemaakt. Van slapen op straat tot bokskampioen worden. Van geen eten tot Time Magazine. Maar het allerscherpste moment kwam misschien wel toen hij met één woord Floyd Mayweather compleet overschaduwde.
Geen scheldpartij. Geen naam genoemd. Gewoon één keiharde waarheid.
Tijdens een interview op een basketbalpleintje, terwijl hij wat zat te zweten en te lachen met een sportverslaggever, kreeg Pacquiao plots een serieuze vraag. Hoeveel hij al aan goede doelen had weggegeven.
Zonder na te denken, kwam het antwoord. Geen opsomming. Geen show. Eén woord: “Miljarden.”
De verslaggever stond even stil. Je zag het aan zijn gezicht. Dit was geen stoerdoenerij. Dit was Pacquiao in zijn puurste vorm. Geen luxe auto’s. Geen Instagram-posts met stapels geld. Gewoon iets doen voor een ander, zonder schijnwerpers.
Floyd Mayweather doet het anders. Hij leeft alsof elke dag een videoclip is. Privéjets, diamanten, luxe wagens. Onlangs kocht hij voor honderden miljoenen vastgoed in New York. Althans, dat beweert hij.
Maar volgens officiële gegevens is er niks overgedragen. Geen gebouw op zijn naam. Geen contract dat klopt. En dan komen de geruchten. Is het bluf? Gaat hij langzaam failliet? Heeft al die luxe hem ingehaald?
Ondertussen blijft hij posten. Auto hier, horloge daar. Hij gaf zijn zus een peperdure Mercedes “zomaar”. En zat glimmend aan het veld bij een NBA-wedstrijd alsof hij de eigenaar was van de bal.
Het verschil tussen de twee bokslegendes is groter dan ooit. De een wil gezien worden. De ander wil iets betekenen. Manny Pacquiao weet wat armoede is. Hij kent de geur van karton. Hij weet hoe het voelt om honger te hebben.
En toch, of juist daardoor, blijft hij bescheiden. Terwijl Mayweather zichzelf rijk rekent met gebouwen die misschien niet eens van hem zijn, geeft Pacquiao echt iets weg. Geen stenen, geen sieraden. Maar hoop.
En nu komt hij ook nog terug in de ring. Op 19 juli vecht hij tegen Mario Barrios. Niet omdat hij het geld nodig heeft, maar omdat het vuur nog brandt.
Lees het artikel op de mobiele website