Dave Roelvink voelde zich geen verliezer. Voor hem was het een eer om tegenover zijn jeugdheld te staan. Die foto van dat moment hangt nu groot bij hem thuis. Hij kijkt er vaak naar.
Melvin was snel en sterk. Dave had dat wel verwacht, maar het kwam toch hard aan. Vooral hoe Melvin zijn stoten ontweek en meteen terugsloeg, was indrukwekkend. Dave had moeite met het tempo, maar zag achteraf ook wat dingen die goed gingen. Dat gaf hem hoop.
Na het gevecht kreeg Dave veel reacties. Mensen stuurden berichten, spraken hem aan. Dat voelde goed. Ze zagen hoe hij zijn best deed. Hij voelde zich gesteund en begreep: dit was pas het begin.
Dave vecht niet voor geld. Hij doet het omdat hij het echt leuk vindt. Sinds zijn twaalfde traint hij bij Mike’s gym. Soms ging hij een tijdje niet, maar hij kwam altijd weer terug. Het gevecht tegen Melvin bracht dat vuur weer helemaal terug.
Hij staat weer in de sportschool. Sparren, zweten, werken aan zijn ritme. Er komt iets aan, maar hij wil er nog niks over zeggen. Wel zegt hij: als het zover is, ben ik er klaar voor.
Hij weet nu wat er nodig is. Hij zegt: zet iemand tegenover me die ook net begint, en ik laat zien wat ik kan. Niet om te pochen, maar om te laten zien dat ik gegroeid ben. Voor mezelf en voor het publiek.
Hij vindt de samenwerking op zich slim. Jake Paul heeft veel volgers. Maar hoe het in beeld werd gebracht vond hij slap. Hij zag vechters in een kale loods, zonder sfeer. Dat was zonde. Glory was juist goed bezig.
Elke dag is hij in de gym. Hij voelt zich sterker worden. Hij wil terug de ring in, maar pas als hij er écht klaar voor is. Geen excuses, geen praatjes. Gewoon laten zien wat hij kan.
Lees het artikel op de mobiele website